Jacob Kohnstamm, de voorzitter van het College voor Bescherming van Persoonsgegevens, wil dat er voor zijn eigen organisatie een wettelijke publicatieplicht komt ten aanzien van privacyschendingen die ze constateert.
Volgens Kohnstamm heeft hij steeds meer last van bedrijven die publicaties van het CBP via de rechter proberen tegen te houden. Een wettelijk publicatieplicht voor het CBP zou pogingen van bijvoorbeeld Facebook om naar de rechter te stappen deels frustreren. Dat schrijft Trouw donderdag.
Volgens Kohnstamm zijn bedrijven zeer beducht voor reputatieschade die kan optreden als in de openbaarheid komt dat de organisatie niet zorgvuldig met persoonsgegevens is omgegaan. Via de rechter proberen ze dan op zijn minst de openbaarmaking van de schending van de privacywet tegen te houden.
“Op dit moment lopen er vier zaken bij de rechtbank. Het zorgt voor een grote druk op onze juridische afdeling. Een verplichting tot publiceren zou een steun in de rug kunnen zijn”, zegt Kohnstamm in de krant.
Op 20 mei dient er in Den Haag een zaak tegen het CBP die is aangespannen door Facebook. Het sociale netwerk hult zich in stilzwijgen over de inhoud van de zaak en CBP mag niet praten over zaken die onder de rechter zijn, maar het lijkt te gaan over een onderzoek dat het CBP doet naar het verzamelen van gegevens door Facebook.
Sinds 1 januari heeft Facebook nieuwe gebruikersvoorwaarden waarin het zichzelf bepaalde rechten heeft gegeven ten aanzien van het volgen van gebruikers, ook buiten het eigen domein.
'Als ik je data jat, is dat niet zichtbaar'
Het publiceren van rapporten dient naast het frustreren van juridische actie door bedrijven nog een doel. Het helpt burgers bewuster te maken hoeveel data er over hen wordt verzameld."Als ik je beurs jat, dan zie je dat. Als ik je data jat, dan is dat niet zo zichtbaar."
Oeps! We konden je formulier niet vinden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl